40 activiteiten met de dierenplaatjes van Freek Vonk

Mijn klas is helemaal fan van Freek Vonk. We werken nu in thema beroepen, dus de bioloog kon niet uitblijven. Wat fantastisch dat Albert Heijn net met de dierenplaatjes van Freek Vonk komt. Mooi om het verzamelalbum vol te plakken. Maar wist je dat je er ook andere leuke activiteiten mee kan doen? 

De activiteiten rondom de plaatjes van Freek Vonk zijn ook leuk voor de kinderboekenweek 2015. Thema Raar maar waar.

40 activiteiten met de dierenplaatjes van Freek Vonk

1. Wereld

Laat een wereldkaart zien. Vertel dat de dieren op verschillende plekken in de wereld leven. Laat de kinderen vertellen over de landen waar zij wel eens zijn geweest. Hoe ziet het land eruit? Welke dieren leven daar? Wat eet je in dat land? Hoe warm is het daar?

2. Woordenschat

1. Zoek de plaatjes die jij of de kinderen mee nemen de klas in. Laat foto’s zien van de dieren en van de landen waar de dieren uit komen.
2. Laat de kinderen mooie zinnen maken met het dier erin.

3. Tellen

In het verzamelalbum staan allerlei tel opdrachten, zoals: hoeveel granaatappelpitjes zie je los liggen.
Je kunt ook veel tel activiteiten met de dierenplaatjes doen.

1. Tel hoeveel plaatjes je in het boek geplakt hebt. Dit kun je achterin het verzamelalbum goed bij houden.
2. Tel hoeveel plaatjes je nog moet.
3. Tel hoeveel plaatjes je op een bladzijde hebt en hoeveel je er nog moet.
4. Leg een cijfer neer en pak er het juiste aantal dierenplaatjes bij.
   
5. Op de bladzijdes staan de cijfers van de plaatjes. Tel verder vanaf een getal van de bladzijde.
6. Tel terug vanaf een cijfer op een bepaalde bladzijde.
7. Gooi met een dobbelsteen. De kinderen pakken het aantal ogen van de dobbelsteen aan dierenplaatjes.
8. Maak groepjes van de dierenplaatjes.
9. Tel de dierenplaatjes in sprongen, bijvoorbeeld sprongen van 2.
10. Maak een staafdiagram van het aantal plaatjes. Helemaal leuk als je dubbele hebt. Maak een staafdiagram van alle dubbele plaatjes. Waar heb je de meeste dubbele van?

4. Begrippen en meten

1. Zet de dierenplaatjes op een rij. Geef de kinderen opdrachten: pak het eerste plaatje. Geef het laatste plaatje aan de buurman links van je. Pak het derde plaatje. Geef het middelste plaatjes aan de persoon rechts van je. Etc.
2. Leg alle dierenplaatjes die je hebt op een lange rij. Meet hoeveel handen je aan plaatjes hebt. Je kunt ook meten met de kinderen zelf, voeten en stroken papier.
3. Maak twee stapels van de dierenplaatjes. Vraag de kinderen waar er minder ligt.
4. Geef elk tafelgroepje een aantal dierenplaatjes. Waar liggen er te weinig voor de kinderen aan de tafel? Waar te veel? En waar precies genoeg?

5. Letters

Er staan veel letters op de dierenplaatjes en in het verzamelalbum.

1. Zoek een bepaalde letter in het boek, bladzijde of dierenplaatjes. Bijvoorbeeld de eerste letter van je naam.
2. Leg een letter neer en leg alle dieren die met die letter beginnen onder de letter.
   
3. Schrijf of stempel de dierennamen na.
4. Hak en plak de woorden.
5. Verdeel de woorden in klankgroepen.
6. Laat de kinderen zelf dierennamen bij de plaatjes verzinnen en schrijven.

6. Sorteren

Sorteer de dieren op verschillende eigenschappen.

1. Grootte
2. Dikte
3. Kleur
4. Land van herkomst
5. Leefomgeving
6. Vorm
7. Zoogdier, reptiel, amfibie of vis

7. Rijmen

1. Op de landen waar de dieren vandaan komen.
2. Op de dieren.
3. Op de kleuren van de dieren.

8. Creatief

1. Teken de dieren na.
2. Ontwerp zelf een dierenplaatje. Teken het dier. Bedenk een naam. En de tekst voor erbij.
3. Knutsel een van de dieren van kosteloos materiaal.
4. Maak een bewaardoosje van de dierenplaatjes.
5. Teken jezelf als bioloog met je lievelingsdier.

Welke activiteiten doe jij met de dierenplaatjes?