De basisschool door de ogen van een hoogbegaafd kind

De basisschool door de ogen van een hoogbegaafd kind

Door Natascha, zelf hoogbegaafd lees je op haar site. Veel mensen gaan er vanuit dat het super handig is om hoogbegaafd te zijn. “Je kunt snel leren en makkelijk onthouden, dan is school een eitje…toch?” Nou, niet echt. Om er achter te komen hoe het dan wel is, kruipen we in de huid van een hoogbegaafd kind.

Het hoogbegaafde kind

Als Baby

Bij baby’s valt het vaak op hoe alert ze zijn. Ze willen niets missen. Ook verloopt hun ontwikkeling over het algemeen wat vlotter; ze pikken dingen sneller op waardoor ze vaak vroeger zijn met mijlpalen dan hun leeftijdsgenootjes. Sommige kinderen lijken laat te beginnen, maar zij oefenen in hun hoofd tot ze denken het perfect te kunnen. Ze lijken het dan zomaar ineens te kunnen.

Peuter

De hoogbegaafde peuter kan al een grote interesse hebben voor de namen van de kleuren, tellen, het alfabet en zijn over het algemeen heel nieuwsgierig. Als je hier als ouder in mee gaat (wat niet hetzelfde is als pushen!), zullen deze kinderen het in een rap tempo oppikken en zal hun leerhonger steeds groter worden. Ouders van hoogbegaafde peuters worden wel eens gek van alle vragen die hun kroost in het rond strooit. Lang leve ‘Hé Google…’. Maar met die leerhonger komt ook een hoop frustratie. Niet alles wat ze willen kunnen, lukt in een keer (en oefenen zijn ze niet echt gewend en soms is hun lichaam er gewoon nog niet klaar voor) en niet elke ouder kan de leerhonger bijhouden. 

Kleuter

Joepie, eindelijk mag het hoogbegaafde kind naar school. Jaren heeft het er op gewacht in de hoop dat ze gaan leren lezen, schrijven en rekenen. Het zal je dan ook niet verbazen dat de teleurstelling na een paar dagen school al groot is. Verwachtingen moeten bijgesteld worden en dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. In de klas wordt er veel gespeeld, maar het spel van een hoogbegaafd kind is soms heel anders. Verhalen zijn fantasierijk en soms al best complex. Hierdoor worden ze niet altijd even goed begrepen door hun klasgenootjes. Om te overleven in de kleuterklas lijkt (vooral bij de meisjes) aanpassen het sleutelwoord te zijn om geaccepteerd te worden. Ze kijken goed naar hun klasgenootjes en doen wat zij doen. Zo hebben ze in ieder geval een speelmaatje. In de kring slaat al snel de verveling toe. De leerkracht doet een spel met kleuren, cijfers of letters. Op zich is het best een leuk spel, maar het is geen uitdaging. Na het spel een keer gespeeld te hebben, is de lol er wel af en de aandacht voor het spel is al vlot verdwenen. Het gebeurt dan ook steeds vaker dat de aandacht in de kring ver te zoeken is. Waarom zou je ook opletten als het elke keer weer iets is wat je al lang kunt of al lang weet?

Thuis kan het hoogbegaafde kind weer zichzelf zijn, maar het is moe. Door het aanpassen, wachten en vervelen is het hoogbegaafde kind cognitief onderprikkeld en sensorisch overprikkeld. Thuis komen alle emoties er uit. Woede uitbarstingen en emmers krokodillentranen zijn al bijna het nieuwe normaal geworden. Dit is dan ook het moment dat ouders flink aan de bel moeten trekken. Met een beetje geluk mag dit kind groep 2 overslaan, versnellen dus. Als het pech heeft, mag het niet (wat meestal het geval is). Dan wordt het een heeeeeeeeel lang jaar vol onderpresteren, aanpassen en uitbarstingen.

Groep 3

Yes! Dit is het jaar dat ze dan eindelijk echt leren lezen, schrijven en rekenen. Er zijn weer hoge verwachtingen van het leerprogramma, verwachtingen waar de leerkracht niet aan kan voldoen. Er zitten immers nog een stuk of 25 andere kinderen in de klas en zij kennen de letters en cijfers nog niet echt goed. Terwijl het hoogbegaafde kind al wat woordjes kan lezen, een beetje kan schrijven en ook wat simpele plus en min sommetjes kan oplossen. Het is dus weer wachten geblazen op iets nieuws. Maar wanneer komt het? Het luisteren tijdens de instructiemomenten wordt steeds zwaarder en het duurt niet lang of de aandacht is verdwenen. Totdat ze ineens iets voor hun neus krijgen dat nieuw voor hen is. Oei, hadden ze nu maar opgelet tijdens de instructie. De leerkracht loopt rond en helpt eerst nog een paar andere kinderen die er moeite mee hebben. Dan is het hoogbegaafde kind aan de beurt…maar tijd om de hele instructie opnieuw te doen heeft de leerkracht natuurlijk niet, er zijn nog een stuk of 25 andere kinderen die ook aandacht vragen. Er wordt kort iets uitgelegd en het hoogbegaafde kind lijkt het te begrijpen. Maar in werkelijkheid heeft het een trucje bedacht om tot een antwoord te komen. Het trucje klopt wel hoor, maar een handige strategie is het niet.

De hogere groepen

Na groep 3 begint de leerstof moeilijker en ingewikkelder te worden. De trucjes duren te lang en werken ook niet altijd meer. Het wordt te ingewikkeld met de trucjes. Hoe moet dit nu toch? Als ze de leerkracht vertellen dat ze het niet snappen, lijkt het wel een grapje. Het is namelijk hetzelfde als in groep 3, maar dan met hogere getallen. De kinderen kunnen dus gewoon dezelfde strategieën toepassen als die ze in groep 3 hebben geleerd. Maar over welke strategieën de leerkracht heeft is een compleet raadsel. Ze hebben toch nooit een strategie geleerd?

Tijdens de pauzes wordt het ook steeds lastiger. Steeds minder klasgenoten begrijpen wat ze bedoelen en haken af. Ook moet er af en toe nog werk afgemaakt worden, want ze hebben te langzaam gewerkt tijdens de les. Deze hoogbegaafde kinderen voelen zich steeds meer alleen. Het gevoel niet goed genoeg te zijn groeit met de dag. “Waarom lukt het niet om sneller te werken? Waarom kunnen de andere kinderen dat wel? Waarom snappen ze de andere kinderen wel, maar mij niet?”

Als het hoogbegaafde kind geluk heeft, wordt het probleem gezien en wordt het extra uitgedaagd (maar vaker niet dan wel). En als er uitdaging aangeboden wordt, is het de vraag of het passend is en of het op de juiste manier aangeboden wordt. Er is bij scholen nog zo veel onbekend terrein op het gebied van hoogbegaafdheid, veel vooroordelen. De leerkrachten roeien met de riemen die ze hebben, maar de riemen zijn vaak te kort.

Aan het einde van de basisschool zijn de cijfers gemiddeld. Het hoogbegaafde kind heeft niet geleerd hoe je moet leren en beheerst nog altijd de strategieën niet, maar er is niemand die dat ziet. De cijfers zijn namelijk best goed…voor het gemiddelde kind.

Het komt een hoogbegaafd kind dus echt niet aanwaaien. Ook deze kinderen moeten leren om te leren en hebben strategieën nodig om de stof eigen te kunnen maken. Maar het lukt niet met het reguliere ‘gemiddelde’ systeem, omdat deze te weinig uitdaging biedt en te weinig moeite van deze kinderen vraagt. Een hoogbegaafd kind is niet slimmer, maar heeft enkel een grotere groeipotentie. En net zoals elk zaadje heeft het de juiste voeding en verzorging nodig om in zijn volledigheid te kunnen groeien en bloeien.