Door Yvonne. De Grote Rode Bus is een boek met verschillende voertuigen en ook nog een probleem waarmee je met de kinderen in gesprek kunt én waarbij je genoeg activiteiten kunt verzinnen. Hieronder 10 activiteiten rond het boek De Grote Rode Bus. Past ook goed bij Kinderboekenweek 2019.
De afgelopen periode werkten we met onze peuters rond het thema verkeer. Heel fijn is om dan een boek te vinden waarbij én het thema centraal staat én wat de peuters erg aanspreekt. De Grote Rode Bus is zo’n boek.
De Grote Rode Bus
10 Activiteiten
1. Een gat prikken in de weg
In het boek komt de bus vast te zitten in een gat in de weg. Oefen het woord door zelf ook gaatjes te maken. Teken een weg op stevig papier. Laat de oudste peuters onder begeleiding gaatjes in de weg prikken met een prikpen en prikmatje.
2. Rijden op de weg met de auto en verf
Teken een weg met verschillende verkeerssituaties op een groot blad (verkeerslichten, rotonde, etc.). Doe wat verf op een bordje. Leg eventueel een sponsje op het bord en doe daar de verf op; zo voorkom je dat er teveel verf op het blad komt en je bijna geen sporen van de banden ziet. Laat de peuters nu nu met een autootje door de verf rijden en daarna op het papier over de weg.
3. Sorteren met voertuigenkaarten
Op deze kaarten staan 10 soorten voertuigen, in de kleuren blauw, rood, geel en groen. Print de documenten uit. Knip de afbeeldingen uit en lamineer ze.
Je kunt nu op verschillende manieren de voertuigen laten sorteren:
– op soort vervoer: auto’s, motoren, boten, vliegtuigen, etc.
– op kleur: rood, geel, groen en blauw
– op wijze van vervoer: over de weg, door de lucht, in het water, etc.
Je kunt het aanbieden aan tafel, maar nog beter is om het te spelen door het hele lokaal of in de gymzaal. Leg bijvoorbeeld hoepels neer in verschillende kleuren of zorg dat van elk voertuig een vergrote uitvoering wordt opgehangen in het lokaal en laat de kinderen daar de kaarten bij leggen. Dit kun je ook met de verschillende manieren van vervoer doen door afbeelding van een weg, lucht en water op te hangen. Zo wordt bewegen en leren gecombineerd!
4. Tellen met voertuigen
Voor deze activiteit heb je de vervoerskaarten nodig en een dobbelsteen.
Laat het aantal dezelfde voertuigen zoeken, net zoveel als de stippen gegooid op de dobbelsteen.
5. Maak een stoplicht/verkeerslicht
In het boek komt geen stoplicht voor maar wel vaak het woord ‘Stop’. Hiermee kun je mooi aansluiten door het te gaan hebben over een stoplicht en wat je dan moet doen. Vaak weten peuters die al best goed. Deze activiteit sluit mooi aan bij de belevingswereld van peuters.
Het stoplicht kun je gebruiken in de gymzaal door in een parcours op sommige plekken een stoplicht op te hangen, waardoor de kinderen rekening moeten houden met welk licht er zichtbaar is. Als je ze laag genoeg hangt, kunnen de oudste peuters ook het stoplicht van kleur laten veranderen.
Download het stoplicht hier
6. Rode en groene lichtjes
Liedje…..
Rood zijn mijn wangen,
rood zijn de kersen,
rood zijn de lichtjes in de straat.
Zie je dat alle auto’s stoppen
zie je dat niemand verder gaat?
Zo is het goed, zo is het goed!
Rood wil zeggen dat je stoppen moet!
Groen zijn de bomen,
groen is het gras,
groen zijn de lichtjes in de straat.
Zie je dat alle auto’s rijden
zie je dat iedereen verder gaat?
Zo is het goed, zo is het goed!
Groen wil zeggen dat je rijden moet!
Tekst en melodie: H. Broekhuizen
Hier kun je de melodie van het liedje beluisteren
7. Bewegen met het stoplicht
Gebruik hiervoor de stoplichten die je bij activiteit 5 kon downloaden. Loop nu met de kinderen door de groep of gymzaal. Houd daarbij het groene licht omhoog. Houd dan het rode licht omhoog en stop met lopen. Herhaal dit verschillende keren. Laat ook een peuter eens voor stoplicht spelen!
8. Bewegen met de bushaltes
Print de bushalte uit op verschillende kleuren. Hang de bushaltes op in de groep of in de gymzaal (gebruik pionnen met stokken erin om ze op te hangen, zo kunnen de haltes ook in het midden van de gymzaal gezet worden) Download het document met de bushalte hier.
9. Fiets in de klas
Zorg dat een peuter zijn of haar fiets meeneemt in de klas. Bekijk de fiets en praat over alle onderdelen die je ziet. Hoe heet het? Waar dient het voor?
Laat de fiets in het lokaal staan en laat de kinderen op het document wat je hier kunt downloaden alles toevoegen wat niet op de tekening staat.
10. Aftekenen van een voertuig
Naast de tekening van de fiets afmaken, kun je ook een voertuig laten afmaken.
Alleen de wielen zijn voorgetekend op dit downloadbare document. Welk voertuig gaan de kinderen ervan maken?
Koop het boek hier.
