Docenten ontwikkelen zelf hybride onderwijs
MBO college Almere

Docenten ontwikkelen zelf hybride onderwijs

Shauna Plompen, bekend van Blijven Leren, is docent en projectleider hybride onderwijs bij ROC van Flevoland. Zij leidt het project Fieldlab 2.0, in dit project creëren mbo-docenten van team zorg onderwijs met de praktijk. We bedoelen dan geen hybride als in online en offline. Het gaat om het verweven van leren op school en leren in de beroepspraktijk.

Toen ik vroeg of leerkrachten of docenten hun verhaal wilde doen op mijn site, kreeg ik meteen een berichtje van Shauna. Ze vertelde dat ze zo trots is op de docenten van het ROC waar ze werkt! Binnen het project dat ze leidt krijgen docenten alle ruimte om zelf onderwijs te ontwikkelen en dat is een mooi groeiproces. Ze ziet hele mooie dingen ontstaan.

Docenten ontwikkelen zelf hybride onderwijs

Hoe ben je bij dit project gekomen?

”Ik heb werkte hiervoor bij ROC Midden Nederland. Via stage kwam ik er terecht en vervolgens kreeg ik er ook een baan. Na een aantal jaren lesgeven, merkte ik dat ik ‘echt onderwijs wilde maken’. Daarmee bedoel ik dat ik meer wilde leren over wat ‘goed onderwijs’ is, wat voor onderwijsconcepten er zijn en hoe je je onderwijs vanuit gedegen methodieken kunt opbouwen en ontwerpen. Hiervoor wilde ik meer leren over onderwijskunde en veranderkunde. Toen ben ik de Master Pedagogiek met profilering leren en innoveren gaan doen. Daar ontdekte ik het belang van een krachtige beroepsgerichte leeromgeving in het mbo. Je begrijpt dat ik de kans om projectleider te worden met als basis een goed doordachte onderwijsmethodiek, met beide handen aangreep! Nu geef ik twee dagen per week les, ben ik studentcoach en projectleider voor ook twee dagen in de week.”

Kun je meer vertellen over het project?

“Net zoals in andere provincies is in Flevoland een enorm tekort aan zorgprofessioals. Het doel van het project is om een stevige impuls te geven aan het passend opleiden van zorgmedewerkers. We doen dat vanuit een hybride leeromgeving. In zo’n leeromgeving zijn vier kwadranten met elkaar verweven.

Het eerste kwadrant is dat studenten “leren door te doen” – dus tijdens het echte werkproces. Het tweede is dat studenten kennis opdoen in het klaslokaal of tijdens onderwijsmomenten op de stageplek. Het derde dat ze via simulaties de skills oefenen die ze nodig hebben voor de beroepspraktijk. En het vierde dat ze reflecteren: wat gaat goed en welke aanpak is beter? Hier staan ze bij stil met docenten, begeleiders, collega’s en waar mogelijk ook met cliënten of patiënten – oftewel: waar en met wie ze ook aan het leren zijn.’

Een voorbeeld: onze docenten verzorgen onderwijs met zorgprofessionals in de beroepspraktijk; in een woonzorgcentrum, in het ziekenhuis, in de thuiszorg en ook in de gehandicaptenzorg. Voorafgaand aan een periode bespreken de docenten en zorgprofessionals welke thema’s belangrijk zijn. Op de hybride dag op locatie (dat is één dag in de week zo) besteden de docent en zorgprofessional aandacht aan kennis en vaardigheden die op dat moment en in die context nodig zijn voor de studenten. We wachten niet totdat het in de opleiding naar voren komt. We sluiten daarnaast meteen aan bij leervragen van de studenten. Om te kunnen ontdekken wat er speelt reflecteren we op hun stagepraktijk en bespreken we casuïstiek.

Lees meer over hybride onderwijs op het MBO bij leraar24

Zorg en onderwijs samen

“De docenten geven dus les op locatie samen met een zorgprofessional. Per leeromgeving zijn er communities met daarin twee roc-docenten, een praktijkopleider uit de zorg en de projectleider. In die communities bespreken zij de onderwijsinhoud en begeleidingsvraagstukken.:”

Shauna is de projectleider, zij hangt als het ware met haar helikopterview boven het project. Zij zorgt er onder andere voor dat er overleggen zijn waarin het onderwijs wordt voorbereid en geëvalueerd, ze deelt good practices van andere leeromgevingen en verbindt de leeromgevingen met elkaar. Ook vangt zij op welke vraagstukken in het samen opleiden ter tafel komen en hoe die het hoofd geboden kunnen worden. De docenten zijn in de community van de inhoud; zij kunnen de ideeën vanuit de praktijk koppelen aan de lesinhoud op school en ook didactische aanwijzingen geven. Ze kunnen bespreken met collega’s wat er op de hybride dag gebeurt en hoe het onderwijs op school kan aansluiten. De docenten ontwikkelen het onderwijs zelf, dat vraagt van de docenten dat ze overstijgend hun werk kunnen doen.

Hoe organiseren het onderwijs dan?

“We hebben bepaalde leereenheden in ons onderwijs. Dat zijn integrale opdrachten die gebaseerd zijn op een taak in het beroep, met de vakken werk je daar naartoe. Bij elk vak leer je kennis en vaardigheden die je nodig hebt om een beroepstaak uit te kunnen voeren. Dit kun je denk ik vergelijken met de kerndoelen voor het basisonderwijs. De studenten moeten de leereenheden behaald hebben aan het einde van hun opleiding en ze zijn voor iedereen hetzelfde.

Hoe je de studenten voorbereidt op de beroepstaak kun je met elkaar bespreken. We weten bijvoorbeeld goed welke kennis en vaardigheden een student nodig heeft en dat de softskills ook belangrijk zijn. In de stage wordt duidelijk wat de vervolgstap moet zijn in het leerproces en welke actuele leervragen studenten hebben. Die kun je tijdens een hybride onderwijsmoment oppakken met elkaar. Ook verschilt een beroepstaak vaak per context. Alle studenten hebben te maken met zorgvragers; maar de zorgvragers in een woonzorgcentrum zijn anders dan in het ziekenhuis.

Naast de reguliere lessen en de leereenheden moet er aandacht zijn voor de actualiteit. Eenzaamheid is nu een groot item in woonzorgcentra, nog urgenter door de coronacrisis. De studenten leren op de hybride dag hoe ze om kunnen gaan met het gevoel van eenzaamheid van dementerende ouderen. In het ziekenhuis is daarentegen aandacht besteed aan het aantrekken van een isolatiemateriaal als je werkt op een corona-unit en hoe je omgaat met sterfte. Als je geen hybride onderwijsmoment hebt pak je zulke actualiteiten minder snel met elkaar op, terwijl dat juist relevant onderwijs is!”

Autonomie?

”Zoals je merkt is er best wat ruimte voor docenten om met de zorgprofessional te bepalen welke lesinhoud van belang is. Er zijn leereenheden en kaders, maar inspelen op de actualiteit is van groot belang. Hoe je dat samen vormgeeft is soms nog wel een zoektocht. Sommige collega’s pakken direct autonomie, anderen worstelen nog met het afstemmen met de zorgpraktijk. Ook wordt autonomie door iedereen anders beleefd. Er zijn ook collega’s die liever meer sturing krijgen.

We hebben teamdagen waarin we de grote lijnen bespreken. Docenten worden meegenomen in de beslissingen die worden genomen. Je hebt te maken met een cultuurverandering, er wordt geëxperimenteerd en geëvalueerd. We ondersteunen de docenten waar mogelijk. Het duurt wel een aantal jaren voordat het concept goed staat. Als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik versteld sta van het werk dat in korte tijd is verzet en hoeveel er al soepel loopt. Ook in de samenwerking met de zorgpraktijk.

De lijntjes met de praktijk zijn korter. Voor de 2de jaars hebben we een hybride dag gecreëerd waarbij we inspelen op actuele leervragen. Volgend jaar wordt het tijd om ook de 3de jaars te betrekken. In sommige hybride leeromgevingen gebeurt dat zelfs al. In de toekomst zullen we daarnaast samen gaan nadenken over begeleidingsvraagstukken en een leven lang ontwikkelen. Ook medewerkers moeten kunnen aansluiten bij de hybride leeromgeving om zich zo door te kunnen ontwikkelen binnen de zorg.

Visie is belangrijk

“We hebben duidelijk met elkaar hoe we het willen gaan doen. We werken vanuit een methodiek, we hebben een visie en dat geeft ons richting. De hoofdvraag is: Hoe zorgen we ervoor dat we onze studenten goed opleiden voor de praktijk? Je moet jezelf continu afvragen of de lesstof nuttig is, doet het ertoe? We zijn constant bezig met professionaliseren.”

Wat vinden de studenten?

“We draaien nog redelijk kort op deze manier. De studenten zijn blij dat hun leervragen snel worden opgepakt en ze kunnen het geleerde meteen toepassen in hun praktijk. Sommige studenten vinden het lastig dat ze naar de zorginstelling moeten komen voor onderwijs. Dat komt voornamelijk omdat de zorgprofessional dan kan aansluiten na een dienst. En door corona kunnen we natuurlijk nog niet optimaal gebruik maken van de kansen die er zijn als je in de zorg opleidt. Dat zal in de toekomstig hopelijk weer kunnen. In elk geval zijn we blij met de kortere lijntjes en is het gaaf om te zien hoe de docenten in hun kracht staan in hun community met de zorgpraktijk”.

OOK JE VERHAAL VERTELLEN?

Wat mij betreft kun je niet genoeg positieve verhalen uit het onderwijs horen. Wil je ook je verhaal vertellen? Lees er hier meer over.