Hoger salaris, hoe dan?

Hoger salaris, hoe dan?

Simone is leerkracht van de Eurekagroep én hoofdbestuurder van de AOb. Ze hoort en ziet op de werkvloer wat er speelt onder leerkrachten. Hier zal ze regelmatig een blog over schrijven voor jullie met tips! Vandaag hoe je kunt strijden voor een hoger salaris binnen je school.

Hoger salaris voor elkaar krijgen

Even voorstellen..

Ik ben Simone Fomenko, een zomerkind uit 1978, en ik sta zo’n 20 jaar voor de klas. Ik heb alle klassen lesgegeven, behalve aan de kleuters. (Diep respect voor alle collega’s in groep 1/2, ik ben er niet geschikt voor…) Sinds 2019 geef ik op maandag les aan de Eurekagroep. Dit zijn bovenbouwleerlingen die meer- of hoogbegaafd zijn. Op dinsdag sta ik voor groep 7.

Daarnaast werk ik twee dagen per week als hoofdbestuurder voor het primair onderwijs bij de Algemene Onderwijsbond, de AOb. Door de combinatie van me mogen bemoeien met het onderwijs op grote, inhoudelijke thema’s én lekker voor de klas staan, vind ik dat ik echt de allerleukste baan van de wereld heb. Daarnaast heb ik ook de leukste man van de wereld. Letterlijk, want hij kwam vanuit Laos naar Nederland voor mij en samen hebben we een dochter en een zoon.

Simone Fomenko

Een hogere loonschaal?

In het Onderwijsblad van de AOb stond onlangs een artikel ‘Strijden voor een hogere loonschaal’. Hierin werd een aantal voorbeelden beschreven van leerkrachten die echt veel moeite hadden moeten doen om in een hogere salarisschaal te komen. Er kwamen honderden reacties binnen bij de redactie van mensen die hetzelfde hadden meegemaakt. Helaas is het dus herkenbaar, veel leerkrachten en onderwijsondersteuners moeten echt strijden voor een hogere loonschaal en dan lukt het vaak nog niet. Maar hoe komt dat nou?

Het gesprek voeren

Het is op veel scholen nog niet gebruikelijk om het goede gesprek te voeren over (een hoger) salaris. Dat vind ik eigenlijk best gek. Want als je ambitie hebt om meer verantwoordelijkheid te nemen, of een opleiding hebt gevolgd waarmee je expertise in de school brengt, levert dat ook voor de school iets op. En daar mag wel wat tegenover staan. Maar het is ook spannend om dat gesprek aan te gaan, want geld en onderwijs…tja, niet echt een fijne combi, zie ook het boek De gelukkige leraar. Alhoewel er op dit moment juist aan geld geen gebrek lijkt in het onderwijs, maar dat lijkt dan weer niet bedoeld voor salarisverhogingen. Incidentele middelen als NPO gelden zorgen ervoor dat er weliswaar geld beschikbaar is voor extra mensen, maar een structurele loonsverhoging kan een bestuur er niet van betalen.

Mijn gesprek op school

Ruim drie jaar geleden had ik een gesprek met mijn schoolleider waarin ik aangaf dat ik graag meer wilde doen dan alleen voor de klas staan. Gelukkig nam zij mijn wensen serieus en mocht ik een opleiding doen tot coördinator begaafdheid. Ik ging een dag in de week lesgeven aan de Eurekagroep en werd coördinator voor drie scholen in mijn stichting. Niet alleen werd ik nu meer verantwoordelijk, ik ging ook weer een opleiding doen. Ook werd mijn kennis op meerdere scholen ingezet. En dus gaf ik aan dat ik vond dat daar ook een hogere schaal bij hoorde; ik zat in schaal L10 (nu LB) en wilde naar L11(nu LC). Ook hier reageerde mijn schoolleider positief op en zegde mij toe dat ze dit in gang zou zetten. Eind goed, al goed.
Zou je denken…
Maar het moest nog langs de leidinggevende van mijn schoolleider (een zogeheten clusterdirecteur die vier scholen aanstuurde) en die was het er niet mee eens. Zij vond dat ik eerst maar eens in mijn nieuwe functie moest laten zien wat ik waard was. En dat een hoger salaris helemaal niet zo vanzelfsprekend was als ik veronderstelde.

En toen gingen we mailen…

Wat volgde was een best onprettige mailwisseling tussen mij en de  clusterdirecteur waarin ik me erg ongehoord en ongezien voelde. Ze gaf als argument dat er nog geen duidelijk functiegebouw was, waarin de diverse rollen en bijbehorende schalen beschreven zouden worden. Bovendien waren ze bezig om een sollicitatieprocedure te ontwikkelen voor collega’s die ook vonden dat ze in een hogere schaal hoorden. Die procedure was alleen nog niet ingeregeld. Niet direct mijn probleem, vond ik, maar haar ‘nee’ bleef resoluut overeind.
Het werkte super demotiverend: ik ging me verder ontwikkelen en kreeg meer verantwoordelijkheid. En als ik naar de voorbeeldfuncties op internet keek, voldeed ik eraan. Maar toch werd het me geweigerd. Bovendien moest ik dus solliciteren op een functie die er nog niet was…hoe dan?

En dan?

Ik vond dit zo oneerlijk dat er in mijn optiek nog maar twee keuzes waren: op zoek naar een andere baan, of toch ‘de strijd’ aangaan. Omdat mijn school, mijn collega’s en het werk inhoudelijk heel leuk zijn, heb ik voor het laatste gekozen.
Ik had namelijk één geluk: ik had zwart op wit bevestigd een mail van mijn schoolleider dat ik een hogere schaal zou krijgen. Daarmee was de afspraak rechtsgeldig, want zij had geen ‘ja’ mogen zeggen als zij daartoe niet bevoegd was. Uiteindelijk ben ik nogmaals een gesprek aangegaan met zowel de schoolleider als de clusterdirecteur. Daarin heb ik de voorbeeldfuncties laten zien. Daarmee heb ik feitelijk aangetoond dat ik in mijn recht stond. Het heeft me al met al een paar maanden (en een hoop frustratie) gekost, maar ik heb de verhoging wel gekregen.

Tips die mij geholpen hebben in dit proces

Tip 1: Laat afspraken AL-TIJD schriftelijk bevestigen! Hierdoor had ik juridisch een sterke positie. Overigens: ook een mondelinge afspraak kan rechtsgeldig zijn. Daarvan is de ‘bewijslast’ helaas wel wat ingewikkelder. Dus: vraag per mail, zonder al te veel uitleg waarom, om een bevestiging. Iets als: ‘Als ik het goed heb begrepen, hebben we dit en dit besproken, klopt dat?’ Hiermee voorkom je ruis en heb je, mocht het nodig zijn, ook bewijs van de gemaakte afspraken.
Tip 2: Ga niet vanuit de emotie je gelijk halen, maar voer onderbouwde argumenten aan. Ik voelde me afgewezen, niet gezien en ondergewaardeerd. Maar die emoties probeerde ik te parkeren als ik een mail schreef of een gesprek aanging. (Lukte niet altijd hoor…) Als je met feiten komt, dwing je ook een werkgever om aan te tonen waarom hij/ zij denkt dat het niet zo zou zijn. En alhoewel ik dit nu achteraf heel kalm kan schrijven, vond ik het ook een superspannend en energievretend proces. En daarom:
Tip 3: Oefen het gesprek een paar keer met een collega die je vertrouwt of een vriend(in) die tijdens het gesprek probeert om wat tegengas te geven. Hoe beter voorbereid je het gesprek ingaat, hoe zelfverzekerder je je voelt. Voordeel van een collega vragen, is dat je na het gesprek even een bak koffie of thee samen kunt drinken om te ontladen. Risico is dat je diegene in een loyaliteitsconflict kunt plaatsen.
Of dat het leidt tot alleen maar ‘klagen over de baas’. Daarom koos ik voor een collega van een andere school, die het ook eerlijk tegen mij durfde te zeggen als ik fout zat.
Tip 4: Wees niet te bang. Als je een goed inhoudelijk gesprek hebt met je schoolleider en het levert je niet het resultaat op waarop je hoopt, heb je het in elk geval geprobeerd. En je hebt weer ervaring opgedaan in het voeren van zo’n gesprek. Daardoor voelt een volgende keer vast makkelijker. En vooral: wie niets vraagt, krijgt vaak ook niets.
Tip 5: Word, als je dat nog niet bent, lid van de vakbond. Ik had dit proces misschien niet aangedurfd zonder de back-up die ik voelde vanuit de AOb. Er werken op de juridische dienst mensen die al veel vergelijkbare verhalen hadden gehoord. Daardoor wisten ze ook dat ik terecht aankaartte dat ik een hogere schaal verdiende. Gelukkig is het in mijn geval niet tot een juridisch conflict gekomen. Maar als dat wel zo was geweest, hadden zij mij bijgestaan. En dat voelde echt als een steuntje in de rug.