Naar school, maar nog niet zindelijk

Naar school, maar nog niet zindelijk

We maken het als leerkracht wel eens mee. Wel naar school, maar nog niet zindelijk. Heel lastig voor de leerkracht en voor het kind. Wat nu? 

Volgens de AOb (de onderwijsbond) komen er door het passend onderwijs steeds meer leerlingen op school die nog niet zindelijk zijn. In 2003 is een onderzoek door kinderartsen geweest en toen bleek dat kinderen in 1996 gemiddeld zeven maanden later zindelijk werden dan in 1966. Waarschijnlijk is dit te wijten aan de wegwerpluiers. Bron: Slingeland Ziekenhuis.

Lees ook: HELP! EEN DAGJE KLEUTERS 10 TIPS

Wat is zindelijkheid?

Zindelijk ben je als je aandrang voelt en de daarop volgende actie, het naar het toilet gaan, kunt uitvoeren.

Wanneer worden kinderen zindelijk?

De meeste kinderen zijn tussen de 2,5 en 3 jaar overdag en tussen de 3 en 4 jaar ook ‘s nachts zindelijk. Meisjes zijn over het algemeen sneller zindelijk dan jongens.

Wanneer begin je met zindelijkheidtraining

Kijk naar je kind: denk je dat het eraan toe is? Dan moet je zeker beginnen. Door te vroeg te beginnen, kan het lang duren voordat je kind zindelijk is, maar door te laat te beginnen kunnen er ook problemen ontstaan. Het kind verliest, vanwege zijn ontwikkeling, de interesse. De aandacht wordt op andere zaken gericht.

Interesse

Er is een tijd binnen de ontwikkeling van het kind waarin ze interesse krijgen voor zindelijkheidstraining. Het kind voelt bijvoorbeeld dat het moet plassen, het vindt een vieze broek niet fijn of het toont interesse voor plas en poep. Het is dus zaak om alert te zijn op deze signalen. Dit is de tijd om te beginnen met zindelijkheidstraining.

Hoe kun je zindelijkheidstraining inzetten?

De meeste kinderen krijgen interesse voor zindelijkheidstraining als ze 2 jaar zijn. Er zijn kinderen die meteen droog zijn, er zijn ook kinderen bij wie het drie maanden duurt. Het is dus vaak ook een kwestie van geduld.

Tips

  1. Betrek ze in het naar de wc gaan
    Neem je kind mee naar het toilet, laat ze zien dat het normaal is om naar de wc te gaan. Betrek ze in het proces: laat ze doortrekken en oefen met het zelf gaan zitten op het potje. Laat zien hoe je ontspannen op het toilet zit.
  2. Lees samen een boekje over de wc of het potje
    Er zijn allerlei leuke boeken op de markt die gaan over het potje of naar de wc gaan. Kies een boek dat bij je kind past en lees het voor op een rustig moment. Je kunt het potje erbij pakken om te laten zien.
  3. Start op een rustig moment
    Zorg ervoor dat er geen spannende dingen op de planning staan, zoals voor het eerst naar de peuterspeelzaal gaan of het krijgen van een broertje of zusje.
  4. Let op de signalen
    Kijk goed bij je kind wanneer het aandrang heeft en zet het dan direct op het potje
  5. Koop een stel onderbroeken en broeken
    Zorg voor veel schone onderbroeken en broeken voor als er ‘ongelukjes’ gebeuren en leg ze klaar voor het grijpen.
  6. Oefen na het eten en na het slapen
    Na het eten en het slapen zijn gunstige momenten om te oefenen. Er is rust en het op het potje gaan wordt onderdeel van een ritueel, wat helpt bij het oefenen.

Meer tips vind je in de folder van het Maxima Medisch centrum.

Hoe het bij ons ging

Gelukkig voor ons hoort onze zoon bij de kinderen die heel snel droog zijn. Al vanaf dat hij kon lopen zat hij zo af en toe op het potje. Soms zagen we de signalen dat er iets aan kwam en zetten we hem op het potje, maar toentertijd zagen we het nog veel vaker niet. Een paar maanden voordat hij 3 werd, vond ik het tijd om het structureler aan te pakken. Het was kerstvakantie, een goede tijd, want ik was vrij. Tijd voor wat meer geduld van mijn kant dus.

Ik kocht een stel onderbroeken en joggingbroeken bij de Zeeman en vertelde onze zoon dat we gingen oefenen om zindelijk te worden. Ik legde hem daarbij uit dat hij nu op het potje mocht als hij moest. Dat het niet erg was als hij in zijn broek zou plassen, we zouden immers oefenen, maar dat we gingen proberen om op het potje te plassen.

De eerste dag vond hij het spannend en wilde hij eigenlijk niet, maar ik zette door. Hij had twee ongelukjes waarop hij verbaast zei: ‘O, ik ben nat.’ Hij vond het niet erg, kreeg een schone broek en speelde weer verder. Na deze twee natte broeken was hij eigenlijk al zindelijk. Hij gaf het aan wanneer hij moest en ging zonder morren op het potje en ook al snel op de wc. De volgende dag had hij nog een ongelukje en kreeg hij een luier om toen hij met zijn vader naar de bouwmarkt ging. Daar vroeg hij keurig, met luier aan dus, of hij naar de wc mocht. De luier kon dus wel af.

De komende nachten bleef hij ook droog, dus binnen een week was hij overdag en ‘s nachts zindelijk, ideaal! Zo makkelijk had ik het eerlijk gezegd ook niet verwacht.

Naar school, maar nog niet zindelijk

Maar wat nu als je kind nog niet zindelijk is, terwijl het wel naar school gaat?

Mogen scholen leerlingen weigeren?

Op de site van de Rijksoverheid staat dat een school een leerling mag weigeren dat nog niet zindelijk is. Zindelijkheidstraining is een taak van ouders, niet van school.
Als ik kijk naar mijn eigen praktijk, hebben we simpelweg ook geen tijd om een kind te verschonen. Je moet op dat moment mee naar het toilet met een kind, je laat dus je klas alleen. Dit is best ingewikkeld in een kleuterklas met 25 tot 30 leerlingen. Even de klas uit om een kop thee te pakken, of zelf naar de wc gaan kan over het algemeen wel. Maar een kind verschonen duurt te lang om de klas alleen te laten.
Het moet ook vaak gebeuren als het helemaal niet uitkomt, zoals tijdens het voorlezen van een boek, of tijdens de kring. Voor een leerkracht, die vaak alleen voor de klas staat, is dit heel lastig.

Lees ook: WERKDRUK IN HET ONDERWIJS

Maar wat dan?

Als je kind nog niet zindelijk is bij het naar school gaan, is het zaak om een afspraak met de huisarts te maken. Hij of zei kan je vertellen welk traject je in kunt gaan om er wel voor te zorgen dat je kind zindelijk wordt.

De huisarts kan het kind doorverwijzen naar het ziekenhuis. Daar wordt eerst onderzocht of er een medische oorzaak voor het probleem is. Als dit niet zo is, kan er doorverwezen worden naar een kinderbekkentherapeut. Zij zorgen voor een betere aan- en ontspanning van de bekkenbodemspieren.
Ook kun je een afspraak maken met een verpleegkundig consulent die je kind adviezen en instructies geeft om de problemen op te lossen.
Bron: UMCG

Polikliniek

Er bestaan ook speciale zindelijkheidspoliklinieken, zoals in het Admiraal de Ruyter ziekenhuis. Hier werkt vaak een multidisciplinair team samen, zoals een kinderarts, verpleegkundige, orthopedagoog, pedagogisch medewerker en een kinderbekkenfysiotherapeut. Er wordt gekeken naar de leeftijd, ontwikkelingsniveau en de hulpvraag van het kind. Daarna wordt naar de juiste educatie, training en/of medicatie gezocht.

Bespreek eventuele zorgen als eerste met de huisarts. Hij of zij kan je een eerste advies geven. 

Uitgelichte foto: Shutterstock

Gerelateerde berichten