Het belang van spel

De overgang van groep 2 naar groep 3 (deel 3): Het belang van spel

(Door Deveney) Vandaag deel 3 van de serie ‘De overgang van groep 2 naar groep 3’. Deze keer bespreek ik het belang van spel. Spel is veel te zien in de kleuterklas, maar net zo belangrijk in hogere groepen. Lees hier waarom! 

In deel 2 van de serie ‘De overgang van groep  2 naar groep 3’ is er besproken dat er  er in groep 3 meer gefocust dient te worden op methoden en werkwijzen die in groep 2 worden gehanteerd. Wanneer deze overeenkomen zal er namelijk meer sprake zijn van continuïteit. In deze serie blogs zal de focus worden gelegd op spel, thema’s en hoeken. Vandaag bespreek ik het onderdeel spel. Wat maakt spel zo belangrijk?

Lees ook: DE OVERGANG VAN GROEP 2 NAAR GROEP 3

en DE TRANSITIE VAN GROEP 2 NAAR GROEP 3 BEÏNVLOEDEN

Wat is spel?

Spelen kan worden omschreven als een spontane en vrijwillige ontmoeting van een kind met zijn omgeving (Poel & Blokhuis, 2008). Dit kenmerkt zich als creatief, aanpassend, ontdekkend, experimenterend, leerzaam, communicatief en socialiserend. Ook kan spelen worden gekenmerkt als plezierig, vrij gekozen, niet-letterlijk, actief, fantasierijk en komt het voort uit intrinsieke motivatie. Kinderen zijn dus actief bezig met leren, bijvoorbeeld door te experimenteren, ontdekken en communiceren met anderen. Hierbij passen zij zich continu aan op de omgeving en klasgenoten (Ashiabi, 2007). Ook is het belangrijk dat kinderen vrijheid in het eigen handelen krijgen (Janssen-Vos, 2009).

Spelen kan worden ingezet als didactisch middel in de klas. Dit didactische middel wordt spelend leren genoemd. Spelend leren is een benadering van de leerkracht, waarbij de leerkracht het spelen gebruikt als hulpmiddel om tot leren te komen. Dit leren op een speelse manier vergt een mate van volwassen begeleiding en het stellen van leerdoelen door de leerkracht (Pyle & Danniels, 2016).

Er zijn verschillende redenen waarom spel als belangrijk kan worden gezien bij het lesgeven aan jonge kinderen. Onder de volgende kopjes worden het belang van spel besproken.

+ Consoliderende functie

Ten eerste zag de Zwitserse ontwikkelingspsycholoog Piaget spel als ‘een oefenterrein waarop kinderen nieuw verworven vaardigheden met groter gemak en efficiëntie leerden toe te passen, waardoor ze een hechtere plaats kregen tussen de reeds verworven denk- en gedragsstructuren.’ Dit wordt de consoliderende functie van spel genoemd (Poel & Blokhuis, 2008).

+ Emotionele ontwikkeling

Ten tweede beïnvloedt spelen volgens Ashiabi (2007) de emotionele ontwikkeling positief. De emotionele ontwikkeling omvat aspecten als emotionele expressie, emotioneel begrip en het reguleren van emoties. Emotionele expressie is een belangrijke manier van communicatie van kinderen. Het geeft andere kinderen informatie over de bedoelingen van het kind. De emotionele expressie beïnvloedt dus niet alleen het kind zelf, maar ook de interactie met andere kinderen om hem heen. Emotioneel begrip gaat over het begrijpen van de emoties van de ander. Een belangrijk deel van dit proces is het maken van een connectie tussen de eigen emoties en de emoties van de ander. Tenslotte is er ook nog het reguleren van emoties. Dit aspect omvat verschillende kleinere aspecten, zoals het wisselen tussen verschillende emoties, het maskeren van emoties, het minimaliseren van emoties en het maximaliseren van emoties (Ashiabi, 2007).

De eerdergenoemde aspecten van emotionele ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen om interactie te hebben met andere kinderen en om zichzelf sociaal competent te voelen. Door bijvoorbeeld het doen-alsof spel, leren kinderen te kijken vanuit verschillende perspectieven. Op deze manier leren zij verschillende emoties te begrijpen en leren zij zich te verplaatsen in de ander. Ook leren zij hierbij hun emoties te uiten (Ashiabi, 2007).

+ Sociale ontwikkeling

Ten derde wordt de sociale ontwikkeling positief beïnvloed. Het spelen met andere kinderen zorgt voor sociaal begrip en sociale relaties met andere kinderen. Wanneer kinderen deze sociale relaties ontwikkelen, ontdekken zij welke sociale vaardigheden en strategieën werken en ontwikkelen zij deze. Ook leren zij hoe zij relaties moeten behouden, samen problemen op kunnen lossen, het omgaan met anderen en om te werken in een groep (Ashiabi, 2007).

Het doen-alsof spel van kinderen is gebaseerd op regels. Wanneer kinderen doen alsof, baseren zij dit spel op ervaringen uit hun familie, hun gemeenschap en de wijde wereld. Hierbij passen zij de sociale regels toe. Als een kind bijvoorbeeld doet alsof hij een vader is, past hij de regels toe die ouders toepassen. Dit spel is gebaseerd op de theorie van Vygotsky. Lev Vygotsky stelt namelijk dat kinderen leren in een sociale omgeving door middel van interactie met anderen. Hierdoor reiken kinderen naar een hoger niveau en vindt er uitdaging plaats (Barnett et al., 2008; Berk & Meyers, 2013).

+ Ondersteunen van leren

Ten vierde heeft spelen een ondersteunende rol, namelijk het ondersteunen van het leren in de klas. Door verschillende manieren van leren te combineren, kan spelen worden gebruikt als didactisch middel. Kinderen komen hierdoor op concepten en ideeën waar ze zelf niet op zouden zijn gekomen. Ze zijn op deze ideeën gekomen door zelf te ervaren en ervaringen te delen met anderen. Ook zien we in het spelen een veelgebruikt didactisch middel terug, namelijk ‘modellen’. Dit principe wordt vaak gebruikt door leerkrachten om leerlingen stap voor stap voor te doen hoe zij iets oplossen of uitwerken en wat zij hierbij denken. In het spel kan de leerkracht nog steeds het model zijn door een voorbeeld te geven of mee te spelen. Ook kan de medeleerling het model zijn (Cutter-Mackenzie & Edwards, 2013). Een ander didactisch middel wat zichtbaar is tijdens het spelen is ‘scaffolding’. Hierbij gebruiken leerlingen bestaande kennis om nieuwe kennis op te bouwen (Barnett et al., 2008).

Daarnaast zorgt spel ook voor een context bij het leren. Door een leeractiviteit uit te voeren in een spelvorm wordt de omgeving bij het leren betrokken (Cutter-Mackenzie & Edwards, 2013). De context van spel heeft ook een positieve invloed op de ontwikkeling van taal. Spel zorgt voor een variëteit van elementen die de condities stimuleren die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een taal. Het unieke van spel is dat al deze elementen er samen in voorkomen, waardoor het spelen van kinderen een grote bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen (Weisberg, Zosh, Hirsh-Pasek, & Golinkoff, 2013).

Ook zorgt spel voor meer motivatie bij leerlingen. Volgens Aunola, Leskinen & Nurmi (2006) zijn leerlingen meer gemotiveerd in de klas als een leerkracht het onderdeel motivatie bij leerlingen ook hoog heeft staan in zijn doelen. Deze motivatie kan worden bewerkstelligt door aandacht te besteden aan bijvoorbeeld spel.

+ Zelfverwerkelijking

Tenslotte zorgt spel voor zelfverwerkelijking. Hierbij wordt spel gezien als een geheel eigen en persoonlijke manier van omgaan met de wereld. Spel draagt bij aan de opbouw van het kind zelf en de opbouw van zijn of haar contacten met de wereld. In het spel gaat het kind een relatie aan met de wereld waarin het zijn eigenheid kan ontdekken en ontplooien. Spel is daarbij een manier om de wereld te ontmoeten en zorgt voor zelfbesef, autonomie, een goed zelfbeeld en zelfwaardering (Poel & Blokhuis, 2008).

Volgende blog

De volgende keer zal ik bespreken hoe spel kan worden ingezet.

Meer lezen / gebruikte literatuur
Ashiabi, G. S.(2007).
Aunola, K., Leskinen, E., & Nurmi, J. (2006).
Barnett, W. S., Jung, K., Yarosz, D. J., Thomas, J., Hornbeck, A., Stechuk, R., & Burns, S.
(2008).
Berk, L. E., & Meyers, A. B. (2013).
Cutter-Mackenzie, A., & Edwards, S. (2013).
Janssen-Vos, F. (2009).
Poel, L. van der, & Blokhuis, A. (2008).
Pyle, A., & Danniels, E. (2016).
Weisberg, D. S., Zosh, J. M., Hirsh-Pasek, K., & Golinkoff, R. M. (2013).

Uitgelichte foto: Shutterstock