Rekenspellen met speelkaarten

Rekenspellen met speelkaarten

Door Manon. Wist je dat je hele leuke rekenspellen met speelkaarten kan spelen? Ik geef je wat ideeën voor rekenspelletjes. Mijn kinderen zijn er dol op!

Rekenspellen met speelkaarten

Spelend leren

In mijn ogen is spelend leren erg belangrijk. Zeker in de onderbouw waar de kinderen bij de kleuters veel kennis en vaardigheden hebben geoefend door middel van spelen. De overgang naar groep 3 is dan ook vaak een grote overgang en kan kleiner gemaakt worden als je in groep 3 ook gebruik maakt van spelend leren. Je ziet dit al steeds meer in groep 3 en ook in groep 4. Veel stof kan spelend aangeboden worden en in veel groepen wordt al gebruik gemaakt van rekenspelletjes. Ik vertel je hieronder meer over rekenspelletjes met speelkaarten.

Overgang naar middenbouw

Ook de overgang van de onderbouw naar de middenbouw is vaak een grote stap. Zo zie je vaak bij de middenbouwers dat er nog een grote bewegingsdrang is en dat de kinderen behoefte hebben aan afwisseling. Ook kan het helpen een context toe te voegen aan de stof en aan te sluiten bij de belevingswereld.

Hun concentratie moet nog groeien en dus is het van belang dat de kinderen geprikkeld blijven. Spelletjes kunnen helpen te betrokkenheid te vergroten. Bij bijvoorbeeld rekenspelletjes kun je zorgen dat je spellen hebt op verschillende niveaus. Wanneer kinderen aangesproken worden op hun eigen niveau is de betrokkenheid al verhoogd. Wanneer de activiteit een spelvorm bevat is de betrokkenheid nog hoger. En met een hoge betrokkenheid pikt een kind nog meer op.

Geheugen

Vaak helpt het doen van spelletjes ook om het geheugen te trainen. Als je bezig bent met rekenspellen belast je het geheugen dubbel. Het kind is bezig met een dubbele taak, het spel en rekenen. Doordat het kind twee dingen tegelijk doet kan het kind beter automatiseren. Bij veel spellen wordt er een beroep gedaan op het geheugen, denk maar aan memory, maar ook bij kwartet bijvoorbeeld.

Rekenspellen middenbouw

Rekenspellen, mijn kinderen zijn er dol op. Het is goed om op een speelse manier bezig te zijn met rekenen. Bij rekenspelletjes is vaak het doel om het kind bepaalde sommen te laten automatiseren. Dus sommen die het kind al kent, beter in zijn geheugen te krijgen. En uiteindelijk ook sneller te kunnen produceren. In veel klassen wordt al gebruik gemaakt van rekenspellen. Bij de kleuters maar ook  in de bovenbouw kun je ze prima inzetten. Je hebt kant en klare rekenspellen die je bij verschillende uitgevers kunt kopen.

Bekijk spellen hier

Gezelschapsspellen om te rekenen

Ook zijn er een heleboel gezelschapsspellen die in eerste instantie niet gemaakt zijn met als doel rekenen. Toch moet je bij een heleboel van deze spellen je rekenkwaliteiten gebruiken. Denk maar eens aan yathzee. Daarbij moeten de kinderen de punten optellen en zijn ze onbewust aan het rekenen. Andere spellen die ze bij ons heel leuk vinden en waarbij ze stiekem toch ook rekenen zijn Regenwormen, bekijk het hier, Take5 of Beverbende, bekijk het hier. (Waarbij bij Beverbende een groot beroep wordt gedaan op het geheugen!)

Rekenspellen met speelkaarten

Mijn kinderen zijn dol op rekenspelletjes met speelkaarten, dus af en toe bedenken we er zelf eentje. De laatste tijd wilde onze kinderen heel graag Pesten. Het kaartjespelletje dan he? De speelkaarten lagen hier al standaard op de kast en er werd regelmatig een potje gespeeld. De speelkaarten waren bij de hand en ik bedacht hoe makkelijk het is om een aantal leuke rekenspelletjes te bedenken met deze speelkaarten. Ik leg ze hieronder uit.

Hoger – lager

We beginnen met een makkelijk rekenspelletje. Je schudt de speelkaarten en verdeelt ze over twee (of meer) stapels. De hoeveelheid stapels is afhankelijk van het aantal spelers. Het is goed om je kinderen uit te leggen welke waarde een boer, een vrouw, een koning en een aas en een joker hebben. Een joker is bij ons het hoogst, daaronder komt de aas, en daaronder de koning, vrouw en boer. Iedere speler speelt vanuit zijn eigen stapel.

Iedereen legt de bovenste kaart van de stapel open op tafel. Degene met de hoogste waarde mag de open gespeelde kaarten hebben. Hebben meerdere spelers dezelfde waarde? Dan worden de kaarten aan de kant gelegd. Deze heeft niemand gewonnen. Is je stapel op dan schud je de door jou gewonnen kaarten, daarmee speel je dan verder. Dit doe je totdat iemand geen kaarten meer heeft. Dan is het spel uit en heeft degene met de grootste stapel kaarten gewonnen.

Tafeltopper

Dit rekenspelletje spelen we heel vaak. Haal de boeren, vrouwen, heren, azen en jokers uit de stok met speelkaarten en speel alleen met de getallen kaarten. Schudt de kaarten en maak twee stapels. Als je het spel met z’n tweeën speelt krijgt ieder een stapeltje. Beide spelers draaien een kaart om en leggen hem open op tafel. Je vermenigvuldigt de kaarten met elkaar. Dus een kaart met een 9 en een kaart met een 3 wordt 9×3=.

Degene die het eerst het antwoord weet wint beide kaarten. De winnaar is natuurlijk degene met de hoogste stapel aan het eind, en is een echte tafeltopper. Je kunt dit spelletje natuurlijk ook alleen spelen. Je maakt dan ook twee stapels en vermenigvuldigt de kaarten met elkaar. De sommen die je goed hebt leg je op een stapel en je maakt een stapel met de sommen die je niet weet. Die laatste stapel kun je op het eind nog eens proberen.

Cijferen

In de bovenbouw is het leuk om een moeilijkere variant op Tafeltopper te spelen. Ook in mijn groep 8 vinden ze rekenspelletjes erg leuk. Deze keer komen er niet twee kaarten open op tafel te leggen, maar vier. Iedere speler krijgt een stapel en legt voor zich twee kaarten open. Deze kaarten vormen samen een tiental. Bijvoorbeeld een 3 en een 4 maakt samen 34. Heeft de ander een 7 en een 2, samen 72, dan wordt de som 34×72=. De kinderen mogen een kladblaadje gebruiken en rekenen allebei de som uit. Voor kinderen is het fijn om te spelen met een kind wat op eenzelfde niveau rekent, zodat ze allebei kans maken om te winnen.

Keer op keer

Ook dit rekenspel met speelkaarten is voor de hogere groepen. De kinderen maken op papier een aantal rekensymbolen. Bijvoorbeeld een kaartje met het plusteken, het minteken, het keerteken en ga zo maar door. Aan het begin van het spel worden deze tekens in een bepaalde volgorde gelegd. Om de beurt leggen de kinderen een kaart van hun stapel tussen deze tekens. Op deze manier ontstaat er een langere som. De kinderen moeten de rekenregels voor de volgorde goed toepassen en de som zo snel mogelijk uitrekenen. Degene die dat het snelst kan heeft gewonnen.

Toppie

Toppie is een rekenspelletjes voor de lagere groepen. Ook hier speel je alleen met de kaarten die cijfers hebben. De andere kaarten leg je weg. Dit spel speel je het fijnst met twee kinderen. Je verdeelt de kaarten over het aantal kinderen dat mee doet en ieder heeft zijn eigen stapel.

De kinderen leggen tegelijk de bovenste kaart van de stapel open op tafel. De kinderen bekijken of de kaart dezelfde waarde heeft. Als hun kaarten dezelfde waarde hebben, en dus het zelfde getal dan roepen ze TOPPIE! Degene die het als eerste ziet wint de kaarten. Degene met de meeste kaarten wint het spel. Als je dit spel met meerdere kinderen wil spelen en er dus meerdere kaarten open op tafel liggen roepen de kinderen TOPPIE wanneer er twee kaarten met dezelfde waarde op tafel liggen.

De lat ligt hoog

Dit laatste in deze rij rekenspellen met speelkaarten is voor de bovenbouw. Ieder kind dat meedoet krijgt 7 kaarten. Het doel is aan het eind van het spel een zo hoog mogelijk punten aantal in je hand te hebben. Een boer, vrouw of koning telt voor 5 punten, een joker voor 10. De andere kaarten hebben de waarde van het cijfer wat op de kaart staat. Het spel eindigt zo gauw een van de spelers zegt dat het de laatste ronde is. Wanneer een van de spelers dat heeft gezegd mogen de andere spelers nog 1 maal spelen, dan eindigt het spel.

Aan het begin van een speelbeurt trekt het kind een kaart van de stapel. Hij bekijkt deze kaart en beslist of hij deze kaart wil houden of weg wil gooien op de aflegstapel. Wanneer hij de kaart wil houden (0mdat de kaart een hoge waarde heeft) moet hij een van zijn handkaarten op de stapel gooien. Hij ruilt de kaart van de stapel dus met een hand kaart. Dan is de volgende speler aan de beurt. Deze speler mag een nieuwe kaart van de stapel pakken, maar mag ook de weggegooide kaart van de aflegstapel pakken.

Wanneer een speler denkt een hoge score te hebben en dus hoger dan de andere spelers zegt hij, laatste ronde. Dan spelen de andere spelers nog 1 maal en is het spel afgelopen. Alle spelers tellen hun kaarten bij elkaar op. Je kunt nu zeggen dat degene met de meeste punten gewonnen heeft, en na een aantal potjes kijken wie de meeste potjes gewonnen heeft, maar je kunt ook vooraf afspreken dat je 5 rondes speelt en pas daarna kijkt wie in totaal de hoogste score heeft.

Rekenspellen met speelkaarten een succes

Hopelijk zijn bovenstaande rekenspelletjes met speelkaarten bij jou net zo’n groot succes als bij mij! Mogelijk heb je nog veel meer ideeën. Ik zou het leuk vinden als je ze met me wil delen!

Veel plezier ermee!

Foto door Oleg Magni

Er staan affiliate links in dit blog.

 

Rekenen; Rekenspellen met speelkaarten