Nakijken: 5 manieren voor in de klas

Nakijken: 5 manieren voor in de klas

Door Kelly. Het is van (bijna) niemand in het onderwijs een favoriete bezigheid: nakijken. En toch vinden we het belangrijk. In deze blog wil ik je een aantal manieren van nakijken meegeven, waardoor er na school geen stapels na te kijken schriften en werkboeken meer op je bureau liggen en je dus meer tijd overhoudt voor andere taken.

Waarom kijken we na?

We vinden het als leerkracht belangrijk om op de hoogte te zijn van wat leerlingen gemaakt hebben tijdens de les. Daarbij willen we tijdens, maar ook na de les monitoren of leerlingen de onderwezen lesstof begrepen hebben. Zo niet, dan kan je als leerkracht de komende lesstof er op aanpassen. Ook beoordelen we het leerlingwerk om te kijken of het gestelde leerdoel is bereikt, bijvoorbeeld na een toets. Nakijken heeft ook vaak als doel om leerlingen feedback te geven. We schrijven nog iets in het werkboek of schrift, zodat de leerling dit de les erop leest en er iets mee kan. Het nakijkwerk zegt dus niet alleen iets over de leerlingen, maar vooral iets over de leerkracht.

Nakijken: 5 manieren voor in de klas

Het werk van leerlingen nakijken kan op verschillende manieren. Hieronder wil ik 5 manieren met je delen:

Doelenchecker

Aan het einde van de les krijgen alle leerlingen een post-it waar ze hun naam op zetten. Je geeft drie vragen of opdrachten met betrekking tot het lesdoel en laat leerlingen deze beantwoorden op de post-it. Hebben leerlingen drie vragen goed? Dan hebben ze het lesdoel behaald. Hebben leerlingen twee vragen goed? Dan hebben ze nog een korte instructie nodig. Hebben leerlingen één of geen vragen goed? Dan hebben ze het lesdoel niet behaald en hebben ze herhaalde instructie nodig.

Stoplichtmethode

De leerlingen kijken zelf hun werk na (zonder antwoordenboek) door een groen, oranje of rood rondje om de opdracht of vraag te zetten. Rood betekent dat het fout is en dat leerlingen niet snappen hoe het moet. Oranje betekent dat leerlingen niet weten of het goed of fout is, dat ze twijfelen. Groen betekent dat ze het zeker goed hebben. Leerlingen leren op deze manier kritisch te kijken naar hun gemaakte werk. Manon schreef hierover in het artikel over een dictweetje.

Dobbelen

Geef ieder tafelgroepje een nummer van 1 t/m 6. Gooi met een dobbelsteen en het groepje met het betreffende nummer levert het gemaakte werk in om te laten nakijken. Omdat er een kans is dat de leerkracht het werk goed doorkijkt, motiveert dat leerlingen al vaak om hun best te doen.

Beurtstokjes

Trek aan het einde van de les vier of vijf beurtstokjes (een ijslollystokje met de naam van een leerling) en laat deze leerlingen hun werk inleveren. Ook hier bestaat er een kans dat de leerkracht het werk goed doorkijkt, wat leerlingen motiveert om goed hun best te doen.

Schriften/werkboeken ruilen

Aan het einde van de les wordt er binnen een tafelgroepje geruild met de schriften of werkboeken waarin gewerkt is. Leerlingen kijken op deze manier het werk van een ander na. Ondertussen wordt hun eigen werk door een klasgenoot nagekeken. Belangrijk is dat de leerlingen aan het einde zelf terugkijken op hun eigen werk wat er goed en fout is gegaan. Ben je toch nieuwsgierig naar het gemaakte werk of heb je toch liever de controle over het nakijken, dan kan je alsnog het werk van de leerlingen over kijken.

Nakijk matrix

Wil je als leerkracht zelf de controle houden over het nakijken of geef je leerlingen de verantwoordelijkheid om zelf na te kijken? Onderwijsadviseur Marcel Schmeier heeft een nakijk matrix gemaakt waarin hij nakijkdoelen en -vormen tegen elkaar afzet.

Heb je zelf nog leuke tips of manieren om na te kijken? Laat dit dan in een reactie weten.

Afbeelding van Rido/Shutterstock