Door Yvonne. Yoga doen met jonge kinderen, je hoort het steeds meer. Maar waarom zou je dat doen? Hoe kun je het beste yoga geven aan deze groep kinderen? En welke boeken zijn leuk om ervoor te gebruiken? In deze blog lees je er meer over (en kun je leuke kaarten downloaden om yoga te introduceren).
Waarom yoga voor jonge kinderen?
Door yoga te doen krijgen kinderen een beter lichaamsbewustzijn. Hierdoor stijgt het zelfvertrouwen en de eigenwaarde; de oefeningen die de kinderen doen, zullen steeds beter gaan als ze oefenen en dat helpt daarbij. Omdat je yoga doet met meer kinderen, hebben de kinderen ook interactie met elkaar door naar elkaar te kijken en van elkaar te leren. Door het benoemen van de oefeningen en de houdingen stimuleer je de taalontwikkeling. Door bezig zijn met de reeks oefeningen oefenen de kinderen hun concentratie en door ook ruimte te maken voor eigen inbreng versterken ze hun creativiteit.
Lees ook yoga in de klas.
Wat tips voor je begint met yoga met jonge kinderen
– Start niet met yoga meteen na het eten.
– Laat de kinderen niet de adem vasthouden tijdens de oefeningen. Let er op dat ze goed in- en uitademen.
– Herhaal alle bewegende oefeningen een aantal keer.
– Houd de ‘stilstaande’ oefeningen even vast.
– Geef bij yoga met jonge kinderen ze de ruimte om ook zelf een beweging te verzinnen als ze dat willen. Bij elke nieuwe kaart begin je dan weer met de basishouding. Hoe meer ze met de kaarten oefenen, hoe meer ze mee zullen doen met de oefening zoals het de bedoeling is.
Welke oefeningen kun je samen doen?
Zorg voor speelse elementen tijdens de yoga met jonge kinderen, zodat ze hun fantasie actief kunnen gebruiken en de aandacht kunnen vasthouden. Yogahoudingen zijn vaak gebaseerd of afgeleid van dieren. Deze houdingen zijn leuk voor jonge kinderen, omdat de kinderen de dieren vaak kennen en ook de houdingen wel herkenbaar zijn.
Ik maakte yogakaarten met onder andere dieren. De kaarten kun je introduceren met een kort verhaaltje.
Begin
Ga zitten in een kring. Strek je benen voor je. Vertel het verhaal van het muisje.
Er was er eens een klein muisje. Die lag te slapen in het bos. We gaan het muisje even wakker maken.
Laat de kinderen wiebelen met hun voeten en daarna stampen met hun voeten. Schudt de voeten een voor een los.
Het muisje wordt langzaam wakker en ziet de zon opkomen en een grote regenboog.
Ga langzaam staan en breng je handen boven je hoofd en rek je eens goed uit. Maak dan met je armen de beweging van een regenboog.
Dan komt er een wind opzetten en het muisje waait bijna weg!
Zwaai met je armen boven je hoofd en maak een waai geluid erbij. Sta dan weer stil met je armen langs je lichaam en de beide voeten iets van elkaar en stevig in de grond.
Het muisje is nu helemaal wakker en gaat op avontuur in het bos waar allemaal dieren wonen.
Eens kijken wie we allemaal tegenkomen in het bos.
Je kunt er nu voor kiezen om zelf de volgorde van de kaarten te bepalen en ze één voor één te laten zien of de kinderen zelf te laten kiezen. Net wat past bij je groep. Doe per kaart wat hieronder wordt aangegeven. Voor de kaart van de boom, veer en brug verzin je dat je die ook tegenkomt in het bos. Van wie zou die veer zijn? Van een kip of een uil? Bewaar de kaart van de muis tot het laatst.
Aap
Sta recht op en strek je handen boven je hoofd. Buig langzaam voorover en laat je armen ontspannen naar beneden bungelen. Maak ondertussen het geluid van een aap. Kom dan weer langzaam overeind.
Kat
Ga op handen en knieën zitten.
1. Maak een holle rug (buik naar beneden), billen omhoog en hoofd omhoog.
2. Breng nu je rug omhoog (maak een bolle rug), billen naar beneden en hoofd naar beneden (richting je knieën)
Herhaal deze bewegingen een aantal keren rustig achter elkaar in een vloeiende beweging.
Maak ondertussen het geluid van een kat.
Brug
Ga op je rug liggen op de grond. Zet je voeten op de grond en buig je knieën. Til je billen omhoog, maar laat je schouders op de grond. Armen ontspannen naast je lichaam of ondersteunen je rug. Je hebt nu met je rug een brug gemaakt. Hou deze houding even vast en beweeg dan weer rustig richting de grond. Let op de ademhaling, tijdens het vasthouden als een brug moet je wel doorademen en niet de adem vasthouden.
Hond
Ga weer op handen en knieën zitten. Krul nu je tenen om en til je billen omhoog en strek je benen. Duw je hielen wat naar beneden en handen stevig op de grond. Je staat nu in feite op je handen en je tenen. Dit noemen ze de neerwaarts kijkende hond. Maak het geluid van een hond. Kom weer rustig in de positie op handen en knieën.
Leeuw
Ga in kleermakerszit zitten. Leg je handen op je knieën. Steek je tong uit en maak een leeuwenbrul tijdens het uitademen.
Slang
Deze houding heet ook wel de ‘Cobra’. Lig met je buik op de mat. Voorhoofd op de mat. Zet je ellebogen op de grond naast je borst. Duw dan je hoofd en daarna je borst van de mat. Maak het gesis van een slang. Kom rustig weer naar beneden met je voorhoofd op de mat.
Vlinder
Ga recht opzitten. Zet je voeten tegen elkaar en laat je knieën uit elkaar vallen. Voetzolen zo dicht mogelijk bij je kruis. Je benen zijn nu de vlindervleugels. Beweeg de vleugels rustig heen en weer. Zorg dat je rug goed gestrekt is.
Veertje
Zorg dat je voor alle kinderen een licht veertje hebt. Laat ze het veertje op hun hand leggen. Adem nu diep in en tijdens de uitademing blazen ze het veertje weg.
Boom
Ga staan met beide voeten stevig op de grond. Zet je handen tegen elkaar tegen je borst (bidhouding). Ga wat meer op je linkerbeen staan. Doe je rechtervoet omhoog en balanceer op je linkerbeen. Lukt dit goed, zet dan je rechtervoet in de binnenkant van je linkerenkel (of hoger als dat lukt). Je knie moet naar buiten gericht blijven. Strek dan je handen boven je hoofd. Houdt je staande been gestrekt. Wissel van been.
Muis
Deze houding heet ook wel de ‘kind-houding’. Bewaar deze houding tot het laatst, omdat je hiermee gaat ontspannen. Ga op handen en knieën zitten. Leg je voorhoofd rustig op de grond. Je zit nu in een rust positie. Leg je armen langs je lichaam op de grond. Vertel er een verhaaltje bij hoe de muis heel rustig gaat slapen en uitrusten van alles wat hij heeft meegemaakt. Benoem nog eens alle dieren die hij heeft gezien en dat die dieren nu ook liggen te slapen.
Lees hier een artikel over yoga in de klas voor oudere leerlingen.
Boeken
Een leuk prentenboek over yoga met jonge kinderen is:
Yogakids van Fearne Cotton, bekijk het boek hier.
Ik heb ook dit prentenboek gebruikt voor deze blog:
Welk dier ben ik? Van Rebecca Whitford
Helaas niet meer leverbaar.
Meer yoga oefeningen vind je in deze boeken:
Yogapret voor jonge kinderen en jezelf van J. Pegrum
Het Kinderyoga Dierentuin-avontuur van Helen Purperhart
Tot slot: Ik ben zelf al jarenlang beoefenaar van yoga en weet hoe goed het voor je is. Ik ben echter geen ‘yoga juf’ en heb de tips en oefeningen gehaald uit de (zelf beoefende) praktijk en uit de boeken voor kinderyoga, benoemd in deze blog.