Thema verkeer, kleuters

Thema verkeer, kleuters, een thema over reizen, vervoer en voertuigen. Je vindt hier lestips en activiteiten bij de leerlijnen en doelen groep 1/2.

Thema verkeer, kleuters

Bekijk ook: Kinderboekenweek 2019, Reis mee!

Kritisch luisteren

Een belangrijke eigenschap om te leren luisteren. Belangrijk om alle nieuwe informatie van school en thuis op te kunnen nemen. Hier vind je oefeningen in het thema verkeer om het kritisch luisteren te bevorderen.

Kritisch luisteren thema verkeer

Download het hier.

Het boek Een huis voor Harry past ook goed bij het thema verkeer. 

Taal

  • Leg allerlei voorwerpen in de kring die met verkeer te maken hebben. Neem bijvoorbeeld pionnen, auto’tjes, een oud nummerbord als je dat nog hebt, een zwaailicht, een trein, een treinrails en verkeersborden (van speelgoed of plaatjes ervan). Laat de kinderen allemaal een voorwerp pakken waar ze een zin over mogen zeggen.
  • Laat de kinderen een verhaaltje maken met de voorwerpen in de kring, schrijf dit verhaal op en lees het voor in de kring (bijvoorbeeld tijdens het fruit eten).
  • Herkennen de kinderen de voorwerpen? Laat ze vertellen waar ze de voorwerpen van kennen. Hebben ze de voorwerpen wel eens op straat gezien? Wat kunnen ze erover vertellen?
  • Maak een woordweb met de kinderen in het thema verkeer. Zoek er samen plaatjes bij op de computer/digibord en plak deze erbij. Je kunt ook een woordweb maken over verschillende woorden van het thema, bijv. straat, auto, trein, station, verkeersborden, etc.

Je kunt ook de tasjesles doen met attributen van thema verkeer.

Beginnende geletterdheid

Doel: Letterklanken herkennen

  • Laat de kinderen woorden die met verkeer te maken hebben bedenken. Laat ze allerlei woorden bedenken met een bepaalde beginletter. Bijvoorbeeld de v van verkeer of de a van auto. Je kunt hier een woordspin met plaatjes van maken.
  • Bedenk samen met de kinderen allerlei woorden met bijv. de v van verkeer. Laat ze hier plaatjes over opzoeken, bijvoorbeeld in tijdschriften.
  • Als je een letter van de week hebt, kun je de kinderen deze letter laten leggen van allemaal verkeersborden of auto’s. Teken deze zelf, laat de kinderen ze tekenen of print ze van het internet.
  • Verzamel allerlei spullen die met verkeer te maken hebben, zie ook het onderdeel taal. Misschien willen de ouders van je klas je wel wat lenen? Maak samen met de kinderen groepjes van deze spullen met de beginletters. Leg deze beginletter er groot bij.

Doel: Positie van een letter in een woord oefenen. (de leerkracht ontleedt het woord) K-l-a-s. Wat is de laatste letter? De middelste letter? Auditieve discriminatie

  • Verander de eerste, de middelste, of de laatste letter van woorden die met verkeer te maken hebben. Weten de kinderen welk woord je bedoelt? Maak bijvoorbeeld van het woord bus, het woord bas. Welk woord wordt bedoeld? En welke letter is veranderd?
  • Verzamel allerlei spullen die met verkeer te maken hebben in de kring. Hak en plak de woorden van de attributen met de klas. Zoemend lezen kan ook. Oefen daarbij de positie van de verschillende letters. Bijv. het woord bus. Benoem ook de goed dat de eerste letter de b  is, de middelste letter de u en de laatste letter de s.

Doel: Klankzuivere woorden ontleden, m-k-m –woorden, m-m-k-m of m-k-m-m. Hakken met de hand op de tafel van links naar rechts

  • Hak en plak allerlei woorden die met verkeer te maken hebben. Bijvoorbeeld: bus, trein, bord, auto, fiets, pad, stoep, weg, etc. Je kunt hier een spelletje van maken. Hak en plak een bepaald woord, bijv. w-e-g. Kunnen de kinderen raden welk woord je hebt gehakt? Laat de leerling het woord hakkend en plakkend herhalen.
  • Verzamel spullen die met verkeer te maken hebben en hak en plak die samen met de kinderen in de kring. Groepeer ze in lange en korte woorden.

Doel: rijmen

  • Rijm met de kinderen op allerlei woorden die met verkeer te maken hebben.
  • Kun je samen een versje maken met de kinderen? Een elfje is ook een leuk idee. Een voorbeeld van een versje:
    Er is pech op de weg.
    De fiets doet niets.
    Het stuur staat tegen de muur.
    De trapper maakt een klapper.
    De meid glijdt.
    Ze valt op het asfalt.

Rekenen

 Doel: Voorwerpen ordenen op basis van kenmerken: groot-klein, hoog-laag, meer-minder, dun-dik, smal-breed

  • Gebruik de voorwerpen die over verkeer gaan uit het voorbeeld bij taal. Maak allerlei groepjes met de kinderen in de kring. Grote en kleine voorwerpen, hoge en lage, meer en minder, dunne en dikke voorwerpen en smalle en brede.
    Zijn er ook verschillende groepjes van verschillende kleuren te maken? Je kunt dit ook doen met verkeersborden die je uitprint.
  • Welke eigenschappen en overeenkomsten kunnen de kinderen nog meer bedenken met de voorwerpen? Laat ze het in die groepjes leggen.

Doel: Vooruit- en terugtellen vanaf verschillende startpunten t/m 20

  • Leg de voorwerpen van de kring op een rij. Tel deze met de kinderen vanaf verschillende startpunten.
  • Leg allerlei plaatjes van het thema verkeer op een rij. Bijvoorbeeld auto’s, onderdelen van het station en verkeersborden. Tel deze vanaf verschillende startpunten. Je kunt hier de getallen bij leggen, voor het getalbegrip.

Doel: Koppelen van hoeveelheid aan hoeveelheid (leeftijd aan vingers, rondjes aan knikkers etc) en de cijfers 

  • Maak groepjes van verschillende aantallen van de verkeersvoorwerpen. Laat de kinderen de juiste cijfers bij de aantallen leggen.
  • Geef de kinderen allemaal een aantal plaatjes of voorwerpen van het thema verkeer in de handen. Laat ze iemand zoeken die 1 meer of 1 juist 1 minder heeft. Je kunt ze ook een cijfer vertellen of geven dat ze moeten zoeken.

Doel: herkennen van de vormen: driehoek, vierkant, cirkel

  • Print allerlei soorten verkeersborden. Sorteer deze met de kinderen op de verschillende vormen.
  • Wat kunnen de kinderen nog meer benoemen van het thema verkeer in een bepaalde vorm? Maak hier een spin van. Zet de vorm in het midden en de plaatjes van die vormen die te maken hebben met het thema verkeer eromheen.

 Doel: herkennen van nominale getallen: huisnummer, buslijn, etc. 

  • Ga met je klas de straat en de stoep op. Bekijk en benoem alle nummers die je tegenkomt. De huisnummers, de busnummers, de nummers op de borden, etc.
  • Laat de kinderen een lijstje bijhouden van de nummers die ze tegen komen. De slimme kinderen kunnen deze getallen later in de klas op de goede volgorde leggen.

Leuke activiteiten

  • Laat de kinderen zelf een verkeersbord ontwerpen en maken. Ze kunnen dit goed naar aanleiding van een voorbeeld van een bord. Je geeft ze wat rolletjes wc papier, rood en wit papier en ze gaan aan de slag!
    verkeersbord

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • De kinderen kunnen in de bouwhoek een weg maken. Het is leuk als de kinderen hierbij gebruik kunnen maken van speelgoedauto’s en verkeersborden.

weg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Een fantastische tip van een collega: vraag aan je buren, vrienden, familie oude fietsen. Deze kunnen de kinderen uit de klas dan zelf uit elkaar en weer in elkaar zetten in hun eigen fietsenmakerij. 
  • fiets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heb je zelf nog tips in het thema? Schrijf ze hieronder als reactie!

Nog meer in het thema verkeer vind je op:

Yurls
Juf Marije
Juf Linda Humme
Juf Ria
Verkeerseducatie 

Websites
Juf Sanne
Kleutergroep
Juf Janneke
Juf Anke

Pinterest
Juf Maike
Juf Jet