Bewegend klassenmanagement: 5 tips

Bewegend klassenmanagement: 5 tips

Door Lenneke. Benieuwd naar de aanpak bewegend klassenmanagement? Ik deel mijn 5 gouden tips met je, want het werkt ook met 800 professionals op een congres.

Ben jij ook zo blij als jouw peutergroep of kleutergroep lekker aan het spelen is? Ik betrap mezelf erop dat ik dan echt even diep ademhaal en een slok thee neem. Een heerlijk moment om even van te genieten. Als je bewegend gaat leren met peuters en kleuters, vraagt het wel iets anders van jouw klassenmanagement om deze enthousiastelingen ‘bij de les’ te houden. En dan nog de muziek erbij.

Bewegend klassenmanagement: 5 tips

1: Muziek

Muziek geeft meteen sfeer en is een dankbare orde tool voor bewegend klassenmanagement. Daarom gebruik ik heel vaak muziek tijdens het bewegend leren. Op deze manier leg ik het uit aan nieuwe groepen kinderen die mij nog niet kennen: “Hoor je muziek? Die kunnen we het beste horen als iedereen stil is. Dan is je mond dicht en ben je bezig met bewegen. Stopt de muziek? Dan stoppen we met dansen en dan kijkt iedereen naar mij. Dan gaan we weer iets anders doen.”

Het is altijd fijn om dit even te oefenen door de stopdans te doen. Als je de muziek stopt, zijn de kinderen stil, kijken jouw aan en dan geef jij een spannende opdracht om een standbeeld te maken. Bijvoorbeeld: met 2 handen en 1 voet op de grond. Of met 2 billen en 2 wijsvingers op de grond.
Praktische tip: ga met je telefoon op YouTube en zoek passende muziek. (Bijvoorbeeld Samba de janeiro) Cast de muziek naar een blue tooth speaker en je kunt overal muziek gebruiken. Lekker makkelijk en duurzaam. Of pak nog even lekker de cd speler mee als je dat liever wilt.

2: Stickers

Wat goed werkt, zijn stukjes schilderstape die je in een kring formatie op de grond plakt, soms ook in een rij formatie. De kinderen hebben dan allemaal een vaste plek in de les en zo zitten ze elkaar tijdens het bewegen ook niet in de weg. Ze vinden het heerlijk om zo de vrijheid in gebondenheid te ervaren.

3: Kaderen

Kinderen hebben grenzen nodig, maar ook veel bewegingsvrijheid. Schep een kader voor de bewegende leersituatie die je creëert, zodat ze precies weten wat wel en niet mag.

Bijvoorbeeld: Op dit dak (de ene helft van de zaal) mogen alle Pieten met hun baret op zelf gaan dansen (vrijheid). Ze hebben wel hun mond dicht natuurlijk, dan kunnen ze de muziek goed horen (grens). Als ik roep: Blauw! Dan mogen de Pieten met de blauwe baret op hun hoofd naar het andere dak springen (de andere helft van de zaal) en daar krijgen ze een dansopdracht van mij (gebondenheid).

Voor de voorbereiding: verzamel beweegvormen die bij de ontwikkelingsfase en het thema passen, zoals kruipen, sluipen, trippelen, galopperen, pakje, loopsprong, hinkelen, aansluitpas, huppelen, wisselsprong enzovoorts. Muziektip: Samba Piet van Maan.

Probeer het uit met jouw groep. Gaat er iets niet zoals je dat had bedacht, leg het dan stil door alle kinderen weer op hun sticker terug te vragen. Dat betekent dat er ergens in jouw kader een deur open staat: vind het lek en geef ze de aanwijzing die ze nodig hebben. Merk je bijvoorbeeld dat de Pieten op het andere dak jouw beweegopdracht wel uitvoeren maar dat ze gaan kletsen, dan zat daar het lek en geef je daar een aanwijzing op. Opnieuw proberen maar! Ga lekker door met proberen totdat jouw kader dicht is.

4: Lichamelijk contact

Er zijn altijd kinderen die verdwalen in de opdracht of alleen maar doen wat ze zelf willen. Die kinderen geef ik altijd even een stevige hand om ze te laten voelen dat ik er voor ze ben. Ook een belangrijk onderdeel van bewegend klassenmanagement. Ik wijs ze op de andere kinderen en vertel dat ze het zo goed doen, omdat… (zelf invullen). Dan vraag ik of dit kind dat ook zo goed zou kunnen en geef het de ruimte om het nog eens te proberen. Kinderen die de boel verstieren, neem ik ook bij de hand en soms zelfs op schoot. Zij hebben even langer de tijd nodig om te beseffen dat we allemaal hetzelfde doen en dat ook de inbreng van dit kind gewenst is. Dan lekker weer proberen.

5: Proberen

De laatste tip gaat over proberen. Wat zeggen we het vaak tegen onze kinderen: “Van proberen kun je leren. Probeer het gewoon nog maar een keer. Het is niet erg als het niet meteen goed gaat, ga maar gewoon door.” Dit wil ik ook graag tegen jou als professional zeggen. Bewegend Leren kun je niet in één keer onder de knie hebben. Het kost tijd. Gun jezelf die tijd om te oefenen en om hierin te groeien. En geniet op de momenten dat dat kan. Observeer jouw klas eens in beweging, niets leuker dan dat.

Veel plezier!

Uitgelichte Afbeelding van Vitalinka/Shutterstock