Laten we eens wat vaker 'nee' zeggen

Laten we eens wat vaker ‘nee’ zeggen

Door Simone. Afgelopen weekend was de NOT: dé onderwijsbeurs voor iedereen die werkzaam is in de kinderopvang, het primair – of het voortgezet onderwijs. Ik heb wel een mening over de inhoud van deze beurs, maar daarover heeft Maike al een mooie blog geschreven. Ik heb de beurs zelf niet uitgebreid bekeken, maar was er twee dagen aanwezig op de stand van de AOb. Het werd me pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is om zeggenschap te houden over waar je ‘ja’, maar vooral ook ‘nee’ tegen zegt.

In gesprek op de NOT

Naast een moment om nieuwe leden te verwelkomen, is de NOT een mooie gelegenheid om in gesprek te gaan met collega’s. Dit zijn veelal fijne gesprekken over hun positieve ervaringen met de vakbond.
Een paar gesprekken zijn bij mij blijven hangen, omdat ze pijnlijk duidelijk maken waarom een vakbond zo nodig is.

Fulltime werken en maar net rondkomen

Zo kwam ik in gesprek met een meneer die fulltime onderwijsassistent is en betaald krijgt in schaal 4, de laagste schaal voor onderwijsassistenten. Vanwege zijn jarenlange ervaring zit hij wel in de maximale trede. Hij werkt een aantal dagen als onderwijsassistent, maar draait daarnaast ook zelfstandig een groep. Hij krijgt hiervoor een kleine toelage boven op zijn gewone salaris. Luisterend naar welke werkzaamheden hij verricht in school, heeft hij waarschijnlijk recht op een hogere schaal. Dit heeft hij al eens voorzichtig aangekaart bij zijn leidinggevende, maar toen die afwijzend reageerde, heeft hij zich daar maar in geschikt. En echt, ik snap dat het niet eenvoudig is om met je leidinggevende in gesprek te gaan, maar we laten ons nog zo makkelijk wegsturen met een ‘Nee’…

De ‘Nee’ die we zelf veel te weinig uitspreken. ‘Wil je de klas even overnemen?’ ‘Kun je een dagje extra werken?’ ‘Zou jij toch even willen aansluiten bij de kerstcommissie, want jij bent de enige die weet hoe het werkt?’ Ons antwoord meestal… inderdaad, geen ‘Nee’. Want, die kinderen, daar doen we het voor.

Dat is ook prachtig, mooi en lief. Maar deze meneer, die dus gewoon het werk van een leerkracht verricht, krijgt daar geen leerkrachtensalaris voor. En is al jaren niet meer op vakantie geweest, of uit eten.
Hij vertelde dat hij zoveel mogelijk bespaart, want anders krijgt hij zijn vaste lasten niet betaald.
Dat moeten we toch niet accepteren met elkaar? Grenzen aangeven dus!

Omdat je het waard bent

Een andere leerkracht vertelde me dat hij vanwege een verhuizing later dit jaar, op zoek wil naar een baan dichter bij zijn nieuwe woonadres. Hij heeft een aantal jaren ervaring, een masteropleiding behaald en kwam op mij over als een energieke, enthousiaste leerkracht. Hij is vanwege de werkzaamheden die hij op zijn huidige school verricht, ingeschaald in LC.

De vraag waarmee hij bij kwam, was of hij op een eventuele nieuwe baan wel weer in LC ingeschaald zou kunnen worden. Er wordt nog wel eens gezegd dat je in het onderwijs niet teruggezet mag worden in schaal. En dat klopt deels, maar gaat niet altijd op. Want als je bij een nieuwe werkgever solliciteert op een, in dit geval LB-functie, dan is het niet automatisch zo dat je je LC-schaal behoudt. Maar: in tijden van tekorten zoals nu, heb je wel een sterke onderhandelingspositie. De LC die hij in zijn huidige baan heeft behaald, heeft hij immers niet cadeau gekregen.

Het advies dat ik hem heb gegeven is dan ook: geef aan dat je je LC wilt behouden en vraag of ze daar een passende functie bij hebben. Solliciteert hij bijvoorbeeld op een vacature die als een LB-functie is ingeschaald, vraag dan wat er mogelijk is om toch in LC te kunnen blijven.

Je neemt expertise mee naar deze nieuwe organisatie, waar zij ook hun voordeel mee kunnen doen. En is de stichting groter, sta dan open voor bijvoorbeeld vier dagen lesgeven op een school in de buurt en één dag op een school wat verder weg. Bedenk vooraf goed waar je eventueel het compromis over wilt sluiten. En weet dat je die LC ook gewoon waard bent!

Goed werkgeverschap is soms ver te zoeken

Een ander gesprek wat indruk op mij maakte, was met een ervaren leerkracht die al ruim 30 jaar lid is van de AOb en (gelukkig) zelf nog nooit gebruik heeft hoeven maken van juridische ondersteuning. Deze leerkracht kwam dan ook niet voor zichzelf langs, maar voor andere collega’s. Al deze collega’s kregen na een tijdelijke aanstelling van 4 of 5 dagen, onlangs een vaste aanstelling van 2 dagen en de andere dagen blijven tijdelijk. Opvallend detail is dat al deze collega’s jong of minder ervaren zijn.

Of er nu wel of geen juridische grond is voor wat wij een ‘flexibele schil’ noemen: wat maakt dat een bestuur dit doet? Een flexibele schil wordt vaker door besturen gehanteerd, met als argument dat er krimp komt in leerlingenaantallen en dat er dus in de toekomst minder FTE’s (1 FTE = 1 fulltime leerkracht) beschikbaar komen. In tijden zonder tekorten klinkt dit aannemelijk, want mensen met een vaste aanstelling kun je niet zomaar weer ontslaan.

Maar een goed bestuur kijkt verder vooruit. Gaan er collega’s bijna met pensioen of is er ruimte voor deze collega’s in een invalpool? Want ook iemand in de invalpool kun je een vaste baan geven. Vaak is de invalpool een opstap naar een vervanging van een collega die langdurig ziek is, of met zwangerschapsverlof gaat. En daarna wellicht een eigen groep gaat draaien. Dat getuigt van goed werkgeverschap: mensen ‘binden en boeien’ zoals zo mooi gezegd wordt.

Bekijk ook het boek De gelukkige leraar.

Samen sta je sterker

Wat mij vooral raakte, is dat deze leerkracht niet wilde dat we directe stappen naar het bestuur zouden zetten waardoor collega’s wellicht in de problemen zouden komen. En natuurlijk respecteren we die wens. Toch ik vind het onbegrijpelijk dat die angstcultuur dus aanwezig is binnen scholen en besturen.
Je zou toch denken dat goed werkgeverschap meer dan ooit belangrijk is. En daarnaast vond ik het zo mooi dat deze leerkracht zich over de collega’s ontfermde. Ook dit hebben we meer nodig: omzien naar elkaar en elkaar steunen als het nodig is.

En daarnaast: zeggenschap te houden over waar je ‘ja, maar vooral ook ‘nee tegen zegt. We moeten zelf de regie pakken en ons verenigen; dan klinkt onze stem veel harder.

Want dat was denk ik de rode draad van alle gesprekken op de NOT: dat is ons vaak niet geleerd. En daarbij kunnen niet alleen je collega’s, maar zeker ook je vakbond helpen. Samen krijgen we echt meer voor elkaar. Ben je al lid? aob.nl/lidworden